Kippen

Kippen brengen leven in je tuin en zijn heuse afvalverwerkers. Keukenrestjes die je niet kan composteren, eten ze met veel smaak. Het zijn echter geen vuilbakjes! Het zijn sociale dieren die aandacht en de juiste verzorging nodig hebben. 

Je vindt op deze pagina een basis over de verzorging en huisvesting van kippen. Het is altijd verstandig om je verder te infomeren. Bevraag je bij een dierenverzorgingszaak of lees meer in de uitgebreide infobrochure van Vlaco. 

Kippen scharrelen graag naar eten, zoals keukenrestjes. Ze kunnen tot 150 gram keuken- en tuinresten verwerken per dag, maar lusten niet alles even graag. Wat regelmatig blijft liggen kan je composteren of meegeven met de gele zak. Geef nooit keukenrestjes die té pikant, té zout of té gekruid zijn. 

Keukenrestjes alleen volstaan echter niet: een uitgebalanceerd granenmengsel en kalk in hun dieet zijn essentieel. Voeder je kippen best uit een bak, zo blijft de ren netjes. Geef niet meer voedsel dan ze tegen de avond op kunnen eten, want resten trekken ongedierte aan. 

Zuiver drinkwater is minstens even belangrijk. Ververs het regelmatig en maak de drinkbak goed schoon.

Kippen slapen bij voorkeur in een hok. Daar zitten ze veilig, is het warmer en droog. Bouw je zelf een hok of koop je er een, dan kies je best voor een hok op poten. Zo komt er nooit water in het hok te staan en is er ook een schuilplaats onder het hok. Via een loopplankje vinden de kippen vlot hun weg naar binnen.  

Zorg voor een tochtvrij hok dat voldoende licht binnen laat en toch goed ventileert. Strooi een dikke laag houtkrullen of gekapt stro op de grond voor een comfortabele bedding. Binnenin voorzie je een zitstok waarop de kippen kunnen slapen. Let erop dat deze niet te glad, hoekig of dik is – een diameter van ongeveer 3 cm is ideaal. Voorzie ook nestgelegenheid: meerdere kippen kunnen één nest delen.

De ren moet voldoende ruimte bieden: reken op 2 tot 5 m² per kip. Hoe meer ruimte hoe blijer je kippen zijn. Voorzie schaduwrijke en zonnige plekjes. Bij regenweer kan een kale ren wel eens glad worden. Je kan eventueel de bodem bedekken met houtsnippers om modder te voorkomen. Voorzie ook naakte grond of een bak met zand. Je kippen nemen hierin graag een stofbad om hun verenkleed te verzorgen.  

Je kippen eten graag jouw restjes, maar kunnen ook zelf op het menu staan. Roofdieren zoals vossen, marters en roofvogels brengen al eens een bezoekje als ze leren dat je kippen gemakkelijk te pakken zijn. Met een aantal aanpassingen aan je ren, kan je hen te slim af zijn. 

Om te beginnen kan je kippen ‘s nachts ophokken. De ren bouw je best op uit een fijnmazige afsluitingsdraad van minstens 1,30m hoog. De draad kan je ook deels ingraven om te voorkomen dat roofdieren er hun weg onderdoor graven. Daarnaast kan je de ren voorzien van een dak of stevig afsluitingsnet om de ren volledig dicht te maken

Gezonde kippen zijn actief en levendig. Hun verenkleed moet glad zijn en hun kam en lellen rood. Merk je dat ze lusteloos worden, beginnen te snotteren of te niezen, raadpleeg dan jouw dierenarts. Controleer jouw kippen zelf op parasieten. Neem jouw kip regelmatig eens vast en check of ze ongewenste bezoekers heeft: 

• Vederluizen: bruine insecten van 1 tot 3 mm lang. Ze nestelen zich onder de pluimen, rond de kop en aars. Behandel jouw kippen met insecticiden op basis van natuurlijk pyrethrum.
• Rode vogelmijten: rood en een speldenkop dik. Ze houden zich overdag schuil in het houtwerk van het kippenhok, kruipen ’s nachts op de kip en zuigen zich vol bloed. Behandel het hok met insecticiden op basis van natuurlijk pyrethrum. 
• Kalkpootmijten: niet zichtbaar met het blote oog. Ze nestelen zich tussen de schubben van de poten, die dik en ruw worden. Behandel jouw kippen door ze in te smeren met olie of vaseline. De mijten verstikken dan en de poten worden weer glad.

• Plaats eten en drinken niet in het hok zelf. Wil je het toch droog houden, dan kan je een afdakje voorzien
• Je kan je kippen ook laten uitlopen. Ze scharrelen door je tuin en bestrijden zo ongunstige insecten. 
• Het gras aan de andere kant van de draad is altijd groener. Wil je voorkomen dat je kippen over de draad vliegen, dan kan je de veren van één vleugel knippen. Dit doe je na de rui (jaarlijks) opnieuw. 
• Het is een fabeltje dat kippen elke dag een ei leggen – dat hangt af van het ras, de lengte van de dagen en hoe goed ze zich voelen. 
• Het ras maakt een groot verschil: sommige kippen zijn rustiger, andere schichtig. Zwaardere kippen vliegen minder makkelijk over een draad, terwijl kleinere kippen kleinere eitjes leggen.